De nutriëntenbehoefte van maïs is relatief hoog, vooral bij het behalen van een opbrengst van 16 tot 20 ton droge stof per hectare. Dit betekent dat de plant aanzienlijke hoeveelheden voedingsstoffen nodig heeft om goed te kunnen groeien. De bemesting moet hierbij zorgvuldig afgestemd worden, omdat de hoeveelheid nutriënten die het gewas nodig heeft vaak groter is dan wat met de toegestane bemesting aan te brengen is. Het is belangrijk om het gebruik van meststoffen in balans te houden om zowel de opbrengst te maximaliseren als milieueffecten te beperken.

In 2025 wordt de uitdaging in de NV-gebieden nog groter door een verlaging van de N-gebruiksnorm met 20%. Dit betekent dat naast mest alle beschikbare nutriëntenbronnen essentieel zijn voor een goede maïsoogst.
De bodemkwaliteit is de belangrijkste factor in de nutriëntenvoorziening voor maïs. Deze bepaalt hoeveel van de bodemvoorraad en bemesting door de plant benut kan worden. Het is cruciaal om de bodem alleen te bewerken bij voldoende draagkracht, de organische stofbalans te verbeteren en te zorgen voor een goede pH en evenwicht op binnen het CEC (meer lezen hierover klik hier).

N-xt Fertilizers heeft een bemestingsprogramma ontwikkeld om de maïsteelt te ondersteunen bij lagere mestnormen. Deze strategie stimuleert de wortelgroei en bevat levende bacteriën die de wortels stimuleren. Hierdoor worden bodemgebonden nutriënten beter beschikbaar en efficiënter opgenomen, wat leidt tot vitalere maïsplanten en hogere opbrengsten, zelfs bij droogte en beperkte bemesting.
 

Bemestingsplan voor Maïsteelt

1. Bodem- en Mestanalyse
   Begin met het uitvoeren van bodemanalyses om de actuele bodemgesteldheid te bepalen (pH, CEC, organische stof), een Albrecht Bodemanalyse heeft de voorkeur omdat hierbij alle verhoudingen in beeld worden gebracht. Voer daarnaast mestanalyses uit om het beschikbare nutriëntenprofiel te begrijpen. Dit helpt bij het bepalen van de benodigde meststoffen en het optimaal benutten van de aanwezige nutriënten in de bodem.
2. Bepaal de Nutriëntenbehoefte
   Op basis van de beoogde maïsoogst (bijvoorbeeld 16-20 ton droge stof per hectare) kun je de verwachte nutriëntenbehoefte berekenen. Houd rekening met de verlaagde N-gebruiksnormen en beperkingen in het gebruik van chemische mest.
3. Mesttoediening op Maat
   Verdeel de meststoffen strategisch over het teeltseizoen
   1. Vroege bemesting (voor of bij het zaaien) met beetje stiksto en opneembare fosfaat om de wortelontwikkeling te stimuleren.
   2. Activering Biologie (toepassing bij zaai) om fosfaat, calcium en sporenelementen beter plantbeschikbaar te krijgen uit de bodem en de drijfmest: Ferti-Release
   3. Begin groeiseizoen: Stikstof bemesten in de periode waarin de maïs actief groeit. Houd rekening met de verminderde stikstofnorm en pas de hoeveelheid aan volgens de analyses.
   4. Belangrijk: De kolfaanleg vind plaats van het 4e tot 6e bladstadium, dan moeten alle omstandigheden en nutriënten optimaal aanwezig en beschikbaar zijn. Iedere vorm van stress is dan opbrengst derving!
   5. Tot slot: vergeet ook niet de extra kali die vaak nodig is. Maïs heeft een grote behoefte aan kalium en met de verminderde drijfmestnormen wordt dit een steeds groter probleem.

4. Gebruik van Alternatieve Nutriëntenbronnen
   Naast mest kan het gebruik van organische meststoffen, compost, of andere duurzame nutriëntenbronnen nuttig zijn om de schaarse mest te compenseren. Overweeg het gebruik van bio-stimulanten om de opname van bodemnutriënten te verbeteren.
5. Bodemgezondheid en Duurzaamheid
   Werk aan de organische stofbalans in de bodem en monitor regelmatig om de nutriëntenopname te optimaliseren. Vermijd overbemesting om bodemverzuring en nutriëntenverlies te voorkomen.
6. Monitoren en Aanpassen
   Tijdens het groeiseizoen is het belangrijk om de ontwikkeling van het gewas te monitoren. Pas het bemestingsplan indien nodig aan, bijvoorbeeld door bijbemesting bij tekorten. Voor lange termijn zorg altijd voorafgaand aan een teelt voor update van de verhoudingen in de bodem. Hierdoor kan het evenwicht in mineralen (de fundering voor het huis van de biologie) geoptimaliseerd worden zodat water/ lucht verhouding in balans is. (zie vorige linkjes in dit bericht)

Vraag uw adviseur om advies op maat!

Ritnaalden Preventie

De preventie van ritnaalden kan worden bereikt door het vermijden van de geur die plantwortels in de bodem uitstoten, aangezien deze geur ritnaalden aantrekt. Een goed bodemmilieu, met een goede structuur die CO2 snel afvoert, helpt deze geur te verminderen. Bodemeigenschappen spelen dus een belangrijke rol hierin!

Ferti Repel-R is een product dat deze geur maskeert en de omgeving onaantrekkelijk maakt voor ritnaalden. Het kan eenvoudig worden toegevoegd aan rijenbemesting in combinatie met andere producten zoals N-xt Ferti-Phos of N-xt N24S B Zn (meststoffen die de maïsplant van de juiste fosfaat, stikstof en sporenelementen voorziet). Ook is er Ferti-Repel Micro, een microgranulaat dat via een granulaatbak kan worden toegepast. Beide producten bevatten niet alleen een afwerende werking tegen ritnaalden, maar stimuleren ook de groei van gewassen.

• Aanbevolen doseringen:
  • 2-3 ltr/ha voor Ferti Repel-R
  • (of) 30-40 kg/ha voor Ferti-Repel Micro

Onkruidbestrijding in Mais

Onkruidbestrijding kan de maisplant beschadigen, doordat het herstel tijd kost en de plant in een cruciale groeifase voor de kolfontwikkeling energie moet inzetten. Dit kan leiden tot opbrengstderving. Ferti-Vital verhoogt de vitaliteit van de plant doordat er extra aminozuren zelfstandig worden aangemaakt. Dit helpt de plant om vervolgens beter om te gaan met stressfactoren zoals herbiciden. Door Ferti-Vital toe te voegen aan herbiciden wordt de weerbaarheid van de maïs vergroot, wat de effectiviteit van de onkruidbestrijding verhoogt. Dit maakt het mogelijk om met een lagere herbicidedosering dezelfde resultaten te bereiken, waardoor de kosten van de Ferti-Vital toepassing neutraal blijven.

• Aanbevolen doseringen:
  • Ferti-Vital: 2 ltr/ha