Unieke werking van N-xt Bladmeststoffen

Wat maakt de N-xt Bladmeststof nu zo uniek. We zien vreselijk veel namen en type bladmeststoffen in de markt verschijnen. De ene nog beter dan de ander en die is speciaal voor dit en die voor dat gewas. Feitelijk is dat laatste natuurlijk onzin want een plant, ongeacht welk ‘merk’ heeft gewoon altijd een bepaalde hoeveelheid sporenelementen nodig in bepaalde groeifases waarin het groeit. De belangrijkste bron is de bodem! Deze moet op orde zijn en dat is ook altijd een basis advies vanuit Healthy Soil om dit te realiseren. Dan pas komt bemesting om de hoek kijken;

“Bemesting is niets anders dan dátgene aanvullen wat het gewas (op dat moment) niet uit de bodem kan opnemen”. Dan is het dus belangrijk te weten (middels de juiste tools en data) of dit ook daadwerkelijk het geval is.
Zodra er dan bij-bemest moet worden is het belangrijk dit te doen met meststoffen die efficiënt zijn, je betaald niet voor niets voor deze betreffende mineralen. Daarnaast is het van belang dat de eigenschappen van de meststof niet de bodemprocessen (die het gehele jaar doorgaan) negatief beïnvloeden. Voorbeeld; veel zoute eigenschappen van meststoffen maken een gewas hongerig naar water… in een droge periode deze meststoffen toepassen draagt dus niet bij aan de processen in de bodem, die op dat moment er alles al aan doen om dit te voorkomen.

Het allerbeste is het gewas zelf te laten reguleren, middels actieve opname, welk element het opneemt. Dan zal dit altijd op het juiste moment gebeuren. De passieve opname die wij vaak forceren door zoute mineralen in oplossing te brengen dragen meestal niet bij aan een optimale groei, temeer omdat de omstandigheden snel kunnen veranderen. In de bodem worden positieve mineralen (kationen) vaak actief opgenomen middels uitwisseling wat de plant zelf reguleert. De negatieve mineralen (anionen) worden middels de vochtopname geforceerd mee opgenomen (wat overigens dus ook vaal positief werkt, vanuit in de bodem vrijkomende anionen).

Voor bladmeststoffen geldt ook een soortgelijk principe, alleen nemen bladeren (i.t.t  worteltjes) altijd neutrale elementen op. Dat betekent dat een bladmeststof dus altijd uit een verbinding moet bestaan van een positief geladen- én een negatief geladen element.
In onderstaande afbeelding leggen we dit uit a.h.v. vier bladmeststofvormen.

 

 

 

(van rechts naar links) We kennen een viertal verschillende verbindingen die het meest toegepast worden met bladmeststofformuleringen. Verreweg de meest gebruikte is die van opgeloste nitraten en sulfaten. In dit voorbeeld praten we over een Mangaan element dat we via het blad in het gewas willen krijgen. Mangaan is positief geladen (gaat dus niet het blad in) en nitraat is negatief geladen (lukt dus ook niet), maar in de combinatie heeft het een neutrale eigenschap en kan het opgenomen worden. Dit zijn de goedkoopste en simpelste mengingen die er zijn, echter ook met de meest zwakke verbinding. Dat wil zeggen dat er onder invloed van temperatuur, druk en reacties in de tankmix heel snel het betreffend Mangaan element losraakt van de nitraat en waardoor deze dus niet meer wordt opgenomen. Je spuit dus wel maar opname via het blad is minimaal. Vaak geven de bladmeststoffen ook een verhoogd risico op bladverbranding en lukt het niet om relatief hoge doseringen mineralen in het gewas te krijgen.

De tweede vorm zijn de oxiden, in dit voorbeeld een mangaanoxide. Helaas hebben oxide geen bemestende (voedende) waarde omdat een plant zelf niks met een oxide verbinding kan. Deze verbindingen hebben wel een functie óp het blad, bijv tegen schimmel of bacteriën, zoals koperoxiden en zinkoxiden)

De derde vorm (vaak wat duurdere bladmeststoffen) hebben een chemische component aan zich gebonden, een zogenaamde chelaatvorming. Hierdoor blijft het Mangaan element neutraal en kan dus gemakkelijk worden opgenomen. Echter kan een plant zelf niks met de chelaat verbinding. Dus eenmaal opgenomen scheidt de plant de chemische component weer uit, om maar te zwijgen wat dit weer voor effecten heeft in de bodem (biologie).

Kijken we naar de vierde bladmeststofverbinding, dan is dit een natuurlijke verbinding o.b.v. ureum. Het grote voordeel hiervan is dat ureum een 100% natuurlijk element is dat een neutrale lading heeft. Echter als we ureum oplossen in water en je roert, dan ruikt je heel snel ammoniak (de NH2 verbinding reageert met water (H2O) tot ammoniak NH3).. hier komt ook het beeld vandaan dat ureum niet efficiënt zou zijn, wat dus deels klopt, maar… Als we ureum gebruiken om er een koolstofcomplex mee te maken, dwz meerdere mineralen aan toevoegen zodat er niet alleen een hele andere verbinding met eigenschappen ontstaat maar ook nog eens een completere bladmeststof. Dan pakken we dus 2 ‘problemen’ (toepassen van meerder mineralen met een effectieve opname én een stikstofcorrectie) in één keer aan. Dit is in een notendop de werking van alle N-xt bladmeststof formuleringen, zie onderstaan plaatje.